Eén is de dubbele draaikopmethode, waarbij twee rotatiecoördinaten direct de richting van de gereedschapsas controleren;
De twee zijn de hangende roterende kopmethode, met twee coördinatenassen aan de bovenkant van de snijder, maar de rotatieas is niet loodrecht op de lineaire as;
Drie zijn dubbele draaitafelmodi, waar twee rotatiecoördinaten de ruimtelijke rotatie rechtstreeks controleren;
Vier zijn hangende werkbanken, met twee assen op de werkbank, maar de rotatieas is niet loodrecht op die as;
Vijf is een schommeling vanaf één rotatie, met twee rotatiecoördinaten op één gereedschap en één op het werkstuk.