De specifieke uitrusting van een vijfassige bewerkingsmachine bepaalt welke twee van de drie roterende assen het gebruikt, en het kan willekeurige combinaties van AB, AC of BC hebben, wat het type vijfassige machine betreft. Gemeenschappelijke types omvatten oorasmachines en roterende machines.
Oorasmachines werken op de A-as (roterend rond de X-as) en C-as (roterend rond de Z-as), terwijl roterende machines werken op de B-as (roterend rond de Y-as) en C-as (roterend rond de Z-as). De rotatieas in oorasmachines wordt aangegeven door de beweging van de werktafel, terwijl bij roterende machines hun rotatieas wordt aangegeven door de rotatiespindel.