De specifieke uitrusting van een vijfassige CNC-bewerkingsmachine bepaalt welke twee van de drie roterende assen het gebruikt, en het kan worden veranderd in elke combinatie van AB, AC of BC, afhankelijk van het type vijfassige machine. Gemeenschappelijke types omvatten oorasmachines en roterende machines.
Oorasmachines werken op de A-as (roterend rond de X-as) en C-as (roterend rond de Z-as), terwijl roterende machines werken op de B-as (roterend rond de Y-as) en C-as (roterend rond de Z-as). De rotatieas in oorasmachines wordt vertegenwoordigd door de beweging van de werktafel, terwijl in roterende machines, hun rotatieas wordt vertegenwoordigd door de rotatie van de hoofdas.
Beide stijlen hebben hun gemeenschappelijke voordelen. Zo zorgen oorasmachines voor een grotere werkbelasting omdat de ruimte die de roterende spindel inneemt, niet hoeft te worden gecompenseerd; Aan de andere kant kunnen roterende machines zwaardere onderdelen ondersteunen omdat de werkbank altijd horizontaal is.