Het omgevat hoofdzakelijk de volgende vijf methoden: één is de dubbele draaikopmethode,
Twee rotatecordinaten regelen direct de inrichting van de gereedschaps; De tweede methode is een hangend roterend hoofd, waar de twee coördinatassen zich boven de snijder bevinden, maar de rotatieas niet loodrecht op de lineaire as staat; De derde is de dubbele draaitafelmethode, waar twee rotatiecoördinaten de ruimtelijke rotatie rechtstreeks controllers; De vierde is een hangende werktafel, met twee assen op de werktafel, maar de rotatieas is niet loodrecht op die as; De vijfde is een schommeling die begint met een rotatie, met twee rotatiecoördinaten op één gereedschap en één op het werkstuk.